Aan uw linkerhand, op nummer 104, het gebouw met ‘Cité Yves Klein’ boven de ingang, bevond zich het atelier van Fernand Cormon. Hier volgden George Breitner in 1884 en Vincent van Gogh in 1886 schilderlessen. Voor onderricht kwam Cormon één keer per week naar dit atelier. Breitner stopte al na een maand met de lessen. Van Gogh vond het er ook tegenvallen en hield het – in plaats van de voorgenomen drie jaar – na drie maanden voor gezien.
Een van Vincent van Goghs medestudenten zei over hem: ‘Als man van het noorden hield hij niet van de Parijse esprit; daarom vermeden de grappenmakers van het atelier om geintjes met hem uit te halen. (…) Als we over “kunst” discussieerden en iemand het oneens met hem was en hem op de spits dreef, dan ging hij op een angstwekkende manier tekeer.’
Over Vincent en het gebruik van kleur, iets wat hij zeer bewonderde bij Eugène Delacroix: ‘Van kleur werd hij gek. Delacroix was zijn God en als hij over deze schilder sprak, trilden zijn lippen van emotie.’
Uit deze uitspraken komt het nogal moeilijke karakter van Vincent naar voren. Maar desondanks raakte hij op het atelier van Cormon bevriend met jonge schilders als Henri de Toulouse-Lautrec, Louis Anquetin, Emile Bernard en de Australiër John Peter Russell. Ze zochten elkaar op in hun ateliers, ze ruilden hun werk en troffen elkaar in de vele cafés en cabarets in deze buurt. Russell maakte het bijna fotografische portret van Van Gogh, waar Vincent zeer aan gehecht was.
Vervolg uw route op Boulevard de Clichy.