Beverburcht
Overview
Reviews 0

Beste uitzicht op de Beverburcht en de Lage Knarsluis is vanaf het blauwe bruggetje.

De bever verstaat de kunst om zijn eigen leefomgeving te optimaliseren. Door het bouwen van dammen in, vooral stromend water, wordt het waterpeil bovenstrooms opgezet en sterven de bomen die niet goed tegen natte voeten kunnen, af. De liggende bomen zijn een kant-en-klaar maaltijd voor de bevers en leveren nieuw materiaal voor hun burcht. Hun houtbehoefte is wel 4.000 kilo per jaar: zo houden zij de boomgroei in toom, maken ze open plekken waar weer planten kunnen groeien en bloeien, zorgen ze voor een gevarieerde structuur en leeftijdsopbouw van het bos en zorgen ze voor grote hoeveelheden rivierhout, een verzamelnaam voor al het dode hout langs en in de rivier.

In de winter zijn bevers nagenoeg geheel aangewezen op bast van bomen, struiken en twijgen. Dit dieet vullen ze aan met worteldelen van verschillende planten zoals riet, gele plomp, gele lis en brandnetel.

 Staand op de brug ziet u ook de Lage Knarsluis liggen, waar geregeld vogels worden waar genomen. Via de Knardijk kan men langs de sluis fietsen. Ook de fietstocht om de Oostvaardersplassen heen, komt hier langs.

De sluis heeft een functie: na de drooglegging van Zuidelijk Flevoland in 1968, is de Knardijk onderbroken door vaarten, de Lage- en Hoge vaart. Op deze punten zijn in 1969 twee keersluizen (de Knarsluizen) aangebracht, de Lage Knarsluis in de Lage Vaart en de Hoge Knarsluis in de Hoge Vaart. Beide sluizen hebben twee schuiven die voorzien zijn van grote contragewichten, die vrijwel altijd open staan. Door het sluiten van de beide sluizen wordt een mogelijke overstroming tot de helft van de Flevopolder beperkt.

Keert u terug naar de bewegwijzering, u volgt paars en gaat rechtsaf via het klaphek.

Reviews

0.0

0 comments

Provided by

S

Staatsbosbeheer

This story belongs to