Bond Moyson, het rode ziekenfonds van vandaag is niet meer te vergelijken met het ziekenfonds van vroeger.
In 1899 er reeds tietallen ziekenkasjes in Sint-Niklaas, dit als gevolg van een lange evolutie die terug ging tot het begin van de negentiende eeuw. Ziekenkassen waren er toen immers de enige verenigingen voor werklieden die door de overheid werden getolereerd. Na de Franse revolutie was er namelijk een wet gestemd die inhield dat alle ambachtsverenigingen werden afgeschaft. Het eerste ziekenbeursje werd opgericht in 1804. Opvallend was voor die vroege periode dat alle werklieden, ongeacht het beroep, terwijl de meeste ziekenkassen in België toen nog beroepsbonden waren.
Om lid te worden van de socialistische mutualiteit in Sint-Niklaas moest men echt overtuigd zijn van de goede zaak want de bijdrage was hoog: 25 centiemen per week. Men kreeg bij ziekte 1,5 Belgische frank per dag uitbetaald, terugbetaling van dokters of apotheekkosten waren nog niet van toepassing.
In 1901 werd de polikliniek in gebruik genomen en werden twee specialisten aangetrokken: één voor neus-, keel en oorziekten en één voor oogziekten. Dit miste zijn effect niet want in 1903 telden men al 300 leden. Vanaf 1907 kon men sparen voor de eerste communie en andere bijzondere momenten in het leven. In 1909 kwam er nog een pensioenkas bij.
Intussen deed de plaatselijke afdeling “Help elkaar” het niet slecht. Op 1 januari 1914 aan de vooravond van de eerste oorlog beschikte men over 26.688 frank als reservefonds, een som die tijdens de oorlog sterk verminderde, want er werd voor goede geneeskundige verzorging tijdens de oorlog geen geld gevraagd.
Na de oorlog begon de mutualiteit terug van het begin. In 1919 werd ook voor het eerst inspanningen gedaan naar de vrouw toe, Ook zij konden lid worden van de geneeskundige verzorging. Daarmee was de eerste socialistische vrouwenbeweging opgericht: het SVV.
In 1922 richtte Bond-Moyson Sint-Niklaas ook een moederschapskas in. Dit hield in dat de vrouwen die lid waren van de onderlinge bijstand bij het kraambed 14 dagen onderstand ontvingen.
In 1927 werd het dispensarium voor tuberculoze patiënten opgericht en kreeg de mutualiteit hun burelen in het nieuwe Volkshuis (later meer hierover). In 1928 werd het een verplichting om deze kas overal te organiseren.
In 1929 startte de eerste kindervakanties, vooral naar Zee waar een groot domein door de overkoepelende organisatie was aangekocht, deze vinden vandaag de dag nog steeds plaats. Denk maar aan onder andere de Barkentijn te Nieuwpoort. Het allereerste kinderverblijf was " Kindergenot" te Koksijde.
In 1951 verhuist de mutualiteit uit de gebouwen van het Volkshuis, dit om de eenvoudige reden dat daar geen plek meer is voor alle extra diensten en bureaus. De keuze wordt gemaakt voor een nieuw gebouw in de Mercatorstraat waar een volledige polikliniek en lokalen, voor ‘Kind en Gezin’ worden ondergebracht. In de jaren zeventig heeft de mutualiteit zelf een jongeren huis in de Dalstraat: de Jamclub. Tot in 1996 het huidige gebouw wordt ingenomen aan de Leopold II laan. ( Een straat die tegen 2022 zou veranderen van naam).
