De Waag is al meer dan vijf eeuwen het beeldbepalend gebouw op de Nieuwmarkt. In de middeleeuwen diende het als stadspoort (Sint Anthonispoort) en was het verbonden met de verdedigingsmuur rond de stad. Na afbraak van de muur en demping van een deel van de verdedigingsgrachten aan het eind van de zestiende eeuw verloor de Sint Anthonispoort haar oorspronkelijke functie. De voormalige stadspoort werd verbouwd en in 1617 in gebruik genomen als waaggebouw. Op de benedenverdieping stonden grote weegschalen waarop allerlei koopmansgoederen, zoals ijzer, lood, wol, touw en bier, werden gewogen en klaargemaakt voor de verkoop. Op de bovenverdieping had een aantal gilden zijn kamers, waaronder de schutters, smeden, kunstenaars, metselaars en chirurgijns. Ieder gilde had in een van de hoektorens van het gebouw zijn eigen toegangspoort, die leidde naar de gildekamer. De wandeling begint bij de oude voorpoort van de Waag (nu de ingang van café-restaurant In de Waag) en leidt eerst linksom rond het gebouw.
Smidsgilde
De deur in de zuidwestelijke toren gaf toegang tot het Sint Eloygilde, het smidsgilde. Oorspronkelijk bestond het gilde behalve uit smeden ook uit timmerlieden, maar de laatsten hebben zich in de vijftiende eeuw afgesplitst. In de loop van de zestiende eeuw omvatte dit gilde steeds meer ambachtslieden, zoals de ankersmeden, grofsmeden, kleinsmeden, slotenmakers, messenmakers, koperslagers, zwaardvegers (polijsters van zwaarden) en roermakers (makers van roeren, oude geweren met een lange loop). De gevelsteen boven de toegangspoort toont een gecombineerd embleem van de ambachten met daarop een hamer, zwaard, mes, sleutel en een slot.
Sint Lucasgilde
De volgende deur leidt naar de kamer van het Sint Lucasgilde, dat van de kunstenaars. In dit gilde waren schilders, glazenmakers, beeldhouwers, borduurwerkers, tappisierwerkers (stoffeerders), boekbinders, boekverkopers, kompasmakers en koffermakers verenigd. In de gevelsteen boven de deur is een beeltenis uitgehouwen van de evangelist Lucas, de beschermheilige van dit gilde. Het evangelie van Lucas is gevuld met beeldende details en sfeerimpressies over het leven van Jezus Christus, passend bij de achtergrond van het gilde van de kunstenaars.
Metselaarsgilde
Aan de oostkant van het gebouw bevindt zich de poort van het metselaarsgilde. De metselaars vormden een van de oudste gilden van Amsterdam. In het begin van de vijftiende eeuw wordt al melding gemaakt van het Onze Lieve Vrouwengilde, waartoe de metselaars behoorden. In de loop der tijd hebben de leidekkers, loden pompenmakers (loodgieters) en steenhouwers zich bij de metselaars aangesloten. De ingang, die naar hun gildekamer leidt, is rijkelijk versierd met metselgereedschappen en meetinstrumenten.
Wenteltrap metselaarsgilde
Achter de ingang leidt een stenen wenteltrap langs kunstig gemetselde nissen van rode baksteen die getuigen van het grote vakmanschap van de metselaars. Het plafond van het trappenhuis toont prachtig stucwerk, met in het midden de gereedschappen van de metselaars omringd door decoraties en klassieke bouwwerken. Boven aan de trap staat op de balustrade een in marmer uitgehouwen geldbuidel, een aanduiding dat hier de betaalkamer van het gilde gehuisvest was. De vakkundig gemetselde en uitgemeten nissen, bogen en omlijstingen zijn destijds als proeve van bekwaamheid door de meesterknechten op de wanden aangebracht.
Gildekamer van de metselaars
Vanaf het trappenhuis leidt de met zwart en wit marmer ingelegde overloop naar de gildekamer van de metselaars. Elke maandag vergaderden de bestuursleden van het gilde van drie tot vijf uur in deze ruimte. Ook hier zijn de vloer en wanden vakkundig afgewerkt. Aan het einde van de kamer zit een grote schouw van natuursteen ingemetseld, waarop de woorden ‘Soli Deo Gloria’ (alleen aan God de eer) staan geschreven. Kunstenaars ondertekenden hun werk geregeld met ‘SDG’, om aan te geven dat ze het werk als een werk van God beschouwden.
Chirurgijnsgilde
zie volgende bezoekpunt (2)