Wanneer mensen aan dieren in de Middeleeuwen denken, denken ze al gauw aan paarden. Vooral door het beeld van heldhaftige ridders met zwaard in de hand op hun stoere ros. Toch wordt er minder vaak gereden op paarden dan je zou denken. Een paard is namelijk erg duur. Ten eerste heeft een paard geen 4 magen zoals de koe waardoor hij veel duurder voer nodig heeft dan andere dieren. Verder mag je een paard niet opeten. Paus Gregorius III heeft namelijk gezegd dat alleen heidenen paardenvlees eten, en tja we zijn wel allemaal netjes katholiek. Maar als een paard dus niet meer kan werken, hebben we niks meer aan hem. Als laatste kan een paard natuurlijk wel heel hard galopperen, maar zodra je een paard voor een wagen zet, wordt hij erg snel moe. Daarom gebruiken wij veel vaker een os, een gecastreerde stier. Ossen kunnen misschien niet zo hard rennen als paarden, maar ze zijn veel sterker en kunnen de hele dag doorlopen met een kar achter zich. Ook hun voer is veel goedkoper, zij eten gewoon wat gras langs de weg. En wanneer ze te oud worden om te werken, kunnen we ze opeten.
Het castreren doen we niet alleen met ossen, maar met vrijwel alle dieren die we houden. Mannen willen namelijk altijd maar vechten! Daarom zouden we de mannetjes al op jonge leeftijd moeten slachten omdat ze anders teveel testosteron krijgen en dan smaken ze niet meer lekker. Helaas kunnen we het vlees zo zonder vriezer niet heel lang bewaren, daarom is het slimmer om ze te castreren, dan krijgen ze geen testosteron.
We hebben een aantal grappige oude scheldwoorden overgehouden hieraan: Een gecastreerd varken wordt bijvoorbeeld een barg of een borg genoemd, zo heb je hem dus geborgen, oftewel bewaard. Een gecastreerde geitenbok wordt een hamel genoemd. We doen vaak een bel om zijn hals zodat de herder goed kan horen waar de kudde is. Daar komt dus het woord “belhamel” vandaan. Een gecastreerde ezelhengst wordt een oen of een kluns genoemd en een gecastreerde haan wordt een Kapoen genoemd, wat weer voorkomt in het Sinterklaasliedje: Sinterklaas kapoentje.