Gereedschappen

Het belangrijkste stuk gereedschap van een griendwerkers was de rijshaak. Het bovenste gedeelte van de rijshaak is gemaakt van ijzer. De rest bestaat uit staal. De materialen werden aan elkaar vast gemaakt door te ‘wellen’. Wellen is een voorloper van het lassen. De rijshaak werd gebruikt voor het hakken van 3 á 4 jarig hout. Met dit stuk gereedschap werd onderhands gehakt. Het gebeurde weleens dat iemand in zijn eigen been hakte. Gelukkig was dit bijna nooit fataal. er is maar een geval bekend dat er iemand aan is overleden
Bij het aanleggen van nieuwe grienden hoorde ook het wilgenstekken. Om de stek de grond in te duwen was veel kracht nodig. Daarom werd er gebruik gemaakt van een teulklomp. Het stekzetten werd hierdoor ook vaak ‘inteulen’ genoemd.
De struikenspa werd gebruikt voor het onderhoud in de Biesbosch. Deze spade was scherp en hierdoor ideaal om dunne wortels weg te steken en om grond om te spitten.
Onkruid werd gewied met een wiedhaak.