In de nacht van 13 februari 1945 had een patrouille van het 2e bataljon van "The Devonshire Regiment" zich ingegraven in de omgeving van de woning van Jacobus "Kueb" Cuijpers. Even na 06h35 zagen ze een Duitse verkenningspatrouille van 3 man hun kant op komen. Toen ze binnen schootsafstand kwamen, werden ze onder vuur genomen. Een soldaat viel neer en de andere 2 gingen op de vlucht en kwamen weg. De Duitse soldaat stierf, voordat hij bij de hulppost was. De soldaat had alle identiteitspapieren achter gelaten voordat hij aan zijn verkenningstocht was begonnen en op zijn identiteitsplaatje was alleen af te lezen, dat hij bij een "Ersatzbataljon" hoorde. Hierna is hij op het veld vluchtig met plaggen afgedekt.
De zoon van Kueb ging in die dagen graag met zijn neef de velden af struinen, in de hoop, dat ze achtergelaten mijnen konden scoren. Ze duwden deze vlakbij in een greppel en lieten deze dan "gecontroleerd" ontploffen. Op een dag struikelde neef Sjang over een hoop plaggen op het veld. Toen hij keek, waarover hij gevallen was, zag hij, dat er onder de plaggen een dode Duitse soldaat lag. Er werd besloten, om de Duitse soldaat achter het huis van Kueb te begraven. Er werd een gat gegraven en de soldaat werd met een kruiwagen opgehaald. Voordat ze de overleden soldaat wilde laten zakken, werden zijn zakken gecontroleerd op persoonlijke bezittingen, maar deze werden niet gevonden. Wel had hij nog een handgranaat in zijn zak en die hebben ze maar laten zitten. Ook bleek de soldaat geen herkenningsplaatje meer om zijn nek te hebben. Toen ze hem op zijn zij het gat in draaide, zagen ze, dat hij geraakt was achter in zijn hoofd.
Jaren later werd de Duitse soldaat opgehaald en herbegraven in Ysselsteyn bij Venraij. Het herkenningsplaatje was schijnbaar door de Engelsen afgegeven bij het gemeentehuis van Posterholt.
De Duitse soldaat bleek onderofficier Eugen Schumm te zijn (Bron: Richard Schoutissen). Eugen Schumm kwam uit Karlsruhe en was 24 jaar...