Kappa voor suikerrietsap
Overview
Reviews 0

Veel liedjes uit Suriname klinken mooi, maar hebben een gruwelijke betekenis. Dit kinderliedje gaat over slavernij: 

Faya Siton no bron mi so, Vuursteen brandt me niet.

Agen masra Jantjii e kir sma pikin

Meester Jan

heeft weer een kind vermoord

 

Stel je eens voor. Het gekapte riet werd geperst in de suikerpers. Er hing altijd een bijl in de buurt, want als een slaaf met zijn hand in de pers kwam, werd die meteen afgehakt. Onder deze kappa vol met suikersap brandde een groot vuur. Suikerriet koken was het werk van een gespecialiseerde slaaf: de boniman. Hij moest constant roeren zodat de suiker niet zou aanbranden. Als dit wel gebeurde, had dat gevolgen voor de kwaliteit van de suiker en daarmee ook voor de prijs.

 

Wanneer de suiker toch aanbrandde, kregen de slaven lijfstraffen zoals gloeiende houtskool in de open hand van de verantwoordelijke.

Dan moest de zware en hete inhoud ook steeds in een kleinere ketel worden over gegoten.

Heel veel slaven hebben zich gebrand tijdens het roeren in een kappa.

Faya Siton no bron mi so

 

Zo duur was de suiker.

Reviews

0.0

0 comments

Provided by

Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam

Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam

Een oud fort met een lang en divers verleden.