Met een hoogte van ongeveer 79 m boven de zeespiegel is de ‘Kopkensberg’ het hoogste punt van Vissenaken. Bij zonnig, helder weer kan je vanaf de ‘Kopkens’ wel een dertigtal kerktorenspitsen zien. Tussen Tienen en de Kopkens ligt een uitgestrekt agrarisch plateau: het Vissenaakse Plateau. Dit gebied is samen met de landbouw ook belangrijk voor akkervogels zoals grauwe gors, geelgors, patrijs en veldleeuwerik.
Op de Kopkens komen verschillende holle wegen samen. Holle wegen zijn belangrijk voor de natuur in een open agrarisch landschap, waar weinig ruimte is voor planten en dieren. De diepe bermen bevatten alle lagen van het bos en bieden veel kansen voor tal van leven. De lange groene linten, die de holle wegen vormen in het landschap, zijn als het ware rechtstreekse verbindingen tussen de groene zones en verhinderen dat allerlei populaties geïsoleerd raken. Het is dus zeer belangrijk dat holle wegen gekoesterd worden.
In het gehucht ‘Dienem’ dat zich destijds ergens in de omgeving van de Kopkens bevond, stond een kapel ter ere van Sint-Nicolaas. Ten zuiden van de huidige Twaalf Apostelenstraat stond één van de hoven van Savooien. Om landgenoten uit de Savoye aan de universiteit van Leuven te kunnen laten studeren, stichtte Eustachius Chapuys, de keizerlijke ambassadeur van Keizer Karel V een college in Leuven. Om zich van de nodige inkomsten te voorzien kocht hij in 1556 twee pachthoven in Vissenaken en een in het naburige Wever.
In 1576 werd dit pachthof door de Staatse troepen in brand gestoken. Nadien werd de heropgebouwde hoeve vernield door het Tiense garnizoen. De ruïne werd niet meer hersteld en verdween volledig, samen met de verwoeste Sint-Nicolaaskapel die ernaast stond.
