In de nacht van 12 op 13 mei 1753 doet zich hier in deze straat in het huis van Anthonij Emmerling tussen 2 en 3 uur een vreemd voorval voor. Wilbord Wakki zit daar lekker wijn te drinken wanneer opeens twee onbekende mannen binnenkomen. Een van hen, een zekere Cornelis Coenraedse, vraagt om een fles wijn. Wanneer hij deze krijgt giet hij de wijn uit over Anthonij, die hier natuurlijk niet blij mee is. Hij verzoekt Cornelis dan ook om daarmee op te houden. Cornelis doet dit niet en giet nog een kelk wijn over Anthonij. Hierna loopt de boel dusdanig uit de hand dat beiden in een handgemeen raken. Intussen komt de tweede onbekende man, de Leidse student Jan van Thiel, erop af met een houweel. Een bijstander die dit alles heeft gadegeslagen grijpt hierop snel in vrezende voor een slechte afloop.
Over de toedracht van deze situatie is niets bekend. Net als in de Heintje Hoeksteeg leefden mensen hier dicht op elkaar. In de 18e eeuw werd het centrum door zowel de armen als de rijken bewoond, in tegenstelling tot de grachtengordel waar bijna uitsluitend rijke mensen woonden, of de Jordaan en de Jodenbuurt waar arme mensen woonden.