De raadhuisvijver: schoonheid en illusie
In 1923 stond vast dat het nieuwe raadhuis van Hilversum zou komen op de ‘Witten H(e)u(ve)ll’, waar de uitlopers van de nog vrij jonge noordwestelijke villawijken het oude dorp raakten. In 1931 opende het zijn deuren; Dudoks opdracht uit 1916 was daarmee volbracht. Plantsoenopzichter J.H. Meijer had het voorspeld: dit raadhuis zal het mooiste gebouw in het Gooi moeten worden en wij zullen het aan het publiek laten zien als vanuit bloemen oprijzende. Een rechthoekige vijver, omringd door een groen gazon ligt voor de zuidgevel, waar het gemeentebestuur (raadzaal, kamers van B&W)zetelt en ligt de monumentale entree bekroond door de hoge toren. Als het windstil is (en de fontein niet spuit), weerspiegelt de ondiepe waterpartij de het gebouw en de toren. Deze esthetiek van de illusie is door André le Nôtre (1613-1700), tuinarchitect van Lodewijk XIV, voor het eerst in Versailles toegepast: in de spiegelvijver leek het paleis van de Zonnekoning immers twee keer zo groot! Toen in 2015 ‘100 jaar Dudok’ werd gevierd en een prijsvraag voor een Dudok-standbeeld werd uitgeschreven, won het ontwerp van Lucas Lenglet, dat geïnspireerd was op het in de vijver spiegelende beeld van de toren. Het beeld werd niet gerealiseerd.