Schapenhouder Jan Verrecht zorgde als kind al graag voor dieren. In zijn jonge jaren had hij een aantal geiten en maakte hij zelf geitenkaas. Veertig jaar geleden is Jan gestart met het houden van schapen. Dat was in het begin nog heel eenvoudig, met een kleine kudde schapen. Maar wat ooit begon als een hobby, is geleidelijk aan gegroeid en ondertussen zijn beroep geworden. De omschakeling van hobbyboer naar professionele landbouwer kwam er in 2017 toen de huidige schapenstal werd gebouwd. De moderne schapenstal is een zogenaamde openfrontstal die open is langs één zijde zodat de aanvoer van voldoende buitenlucht- en licht zorgen voor een optimaal stalklimaat.
In de stal is er plaats voor 150 ooien en 250 lammeren. De schapen zijn een kruising tussen swifters en texelaars. De voeding van de schapen bestaat enerzijds uit hooi of voordroog, hetgeen onmisbaar is voor een goede spijsvertering van de dieren. Anderzijds krijgen de dieren een mengeling van maïs, pulp en draf. De lammeren krijgen aanvullend ook nog lammerenkorrels.
De drukste periode op het bedrijf loopt van einde maart tot half mei. Dan is het alle hens aan dek, want dan worden de lammetjes geboren. De lammeren worden verkocht als vleeslam als ze tussen de zes en tien maanden oud zijn. Schapenhouder Jan heeft plannen om te starten met de verkoop van het lamsvlees via de korte keten, rechtstreeks aan particulieren.