‘Die van Mol die zijn geschoren, ze hebben een kerk, maar genen toren’.
Dit oude spotrijmpje houdt, zoals dit meestal het geval is, een stukje waarheid, een beetje leugen en een vleugje afgunst in. Het dient toegegeven dat de schamele peperbus die onze massieve Kempense toren draagt, de inwoners met heimwee doet terugdenken aan de prachtige torenspits die ooit op een waardige manier de kerk bekroonde. De Kempen herbergt heel wat fraaie kerktorens, maar dat neemt niet weg dat meerdere dorpen uit de buurt, omstreeks de tweede helft van de 16de eeuw afgunstig toekeken hoe de Molse toren, die in 1494 was ingestort, werd opgetrokken tot 85 meter. Daarmee legde de spits op glorieuze wijze beslag op de tweede plaats als hoogste kerktoren van de Kempen.
In de 18de eeuw trof de bliksem de toren en brandde hij volledig uit. De toenmalige grondheer was verplicht tot restauratie, een verplichting die hij niet nakwam waardoor er van de oorspronkelijke glorie niet veel overbleef. Een beperkte ingreep resulteerde in het huidige, mastodonten, voorkomen van de toren. Een eeuw later, in de 19de eeuw, sloeg de bliksem opnieuw en ongenadig op de spil van de toren in. Gelukkig werd die brand snel geblust. De geschiedenis leerde de inwoners van Mol dat het een goed idee zou zijn om een donderroede op de toren te plaatsen. Zo gezegd, zo gedaan waardoor na 1864 de rampzalige geschiedenis van torenbranden zich niet meer herhaalde.
Van de oorspronkelijke kerkgebouwen weten we zo goed als niets. Uit de overblijfselen van een vroegere stenen kerk bleven vier zuilen bewaard, namelijk de achterste vier van de huidige kerk. Ze zijn gebouwd uit vrij kleine blokken, waarschijnlijk daterend uit het begin van de 14de eeuw.
De volgende uitbreiding dateert uit de tijd van de bouw van de nieuwe toren. De merkelijk grotere blokken natuursteen van de volgende vier pilaren verwijzen naar deze periode, aan het begin van de 16de eeuw. Al wat verder reikt, met name de dwarsbeuken en het koor, behoren tot de verbouwing van 1852. Nu is het torenmuseum ondergebracht in de toren van de Sint-Pieter en Pauwelkerk.
In de 15de eeuw diende dit belfort bij onrust als een prima schuilplaats voor de omwonende burgers.
De huidige toren meet 55 m hoog. En het museum dat er is ondergebracht bestaat uit vijf verdiepingen. Alle geëxposeerde voorwerpen en documenten hebben betrekking op de toren, kerk en beiaard. De huidige beiaard, gegoten in 1951 en uitgebreid in 1967, telt 49 klokken met een totaal gewicht van maar liefst 16 504 kg. Rond de beiaard is er een loopbrug. Hier kan je genieten van een uniek panorama. Onder het 18de eeuwse dakgebinte wordt de geschiedenis van de toren geïllustreerd.
Je kan het museum enkel bezoeken onder begeleiding van een gids. Het aanbod voor groepsuitstappen vind je op de website visitmol.be