Op 1 januari 1798 kocht notaris Guillaume Crampen de tuin, een boomgaard en weidepercelen van het voormalige klooster van de zusters van Danebroek. De zusters hadden op 11 november 1796 het bevel ontvangen om hun klooster te verlaten.
Notaris Crampen verkocht het grootste deel van de gekochte gronden door aan Felix Loyaerts, rentenier en telg van een vooraanstaande Tiense familie, die er aan het begin van de 19de eeuw een huis liet bouwen.
Het onafgewerkte huis behoorde in 1827 toe aan weduwe Pitteurs. Na de dood van weduwe Pitteurs kwam de woning in handen van Pierre-Antoine Vanden Bossche, gehuwd met de zuster van Felix Loyaerts en medeoprichter in 1836 van de suikerfabriek aan de Kabbeekvest. Pierre-Antoine Vanden Bossche overleed in 1851 en Eugène Van den Bossche en later Léon Vanden Bossche erfde het huis met aanhorigheden.
Als diplomaat verbleef Léon Vanden Bossche in Rome, Madrid, Sint-Pietersburg, Lissabon, Bern, München, Wenen, Stockholm, Washington en Constantinopel, het latere Istanboel, waar hij de weduwe Ikbal Berzeg leerde kennen. Het koppel keerde terug naar Tienen en huwde er op 24 oktober 1884. Vanden Bossche zette een punt achter zijn diplomatieke carrière, werd afgevaardigd beheerder van het familiebedrijf en werd later korte tijd senator voor de katholieke partij.
Als amateurbotanicus bouwde Léon Vanden Bossche de voormalige kloostertuin uit tot een prachtige, internationaal gerenommeerde plantentuin met arboretum. Meer dan 3.000 soorten en variëteiten bracht hij er samen in zíjn tuin ‘Hortus Thenensis’. Dat kun je nu nog wat zien. Drie heel bijzondere bomen zijn zonder meer de schilderachtige, liggende trompetboom voor het huis, de tulpenboom naast het huis en, verborgen aan de oostrand, een ginkgo die tot de dikste van België behoort en vermoedelijk nog door de kloosterzusters werd aangeplant.
Het kinderloze echtpaar Van den Bossche – Berzeg stierf en notaris Albert Vinckenbosch erfde het domein. Op 18 september 1923 verkocht Vinckenbosch het domein aan de Tiense Suikerfabriek.
Vanaf 1928 werd het huis bewoond door Paul-Georges Kronacker, als afgevaardigd beheerder van de NV Tiense Suikerraffinaderij. Kronacker was zelf nooit eigenaar van het ‘goed Van den Bossche’. Huis en tuin kregen een mondain Engels tintje met een garage, een zwembad (de huidige vijver) en een tennisveld. Dit alles werd bekostigd door de eigenaar, de Tiense Depositokas. Na een tiental jaren in Tienen te hebben gewoond, verhuisden de Kronackers terug naar Antwerpen.
Van 1943 tot 1944 was Kronacker in Londen militair attaché van de Belgische regering in ballingschap en in het bevrijde België was hij van maart 1946 tot maart 1947 minister van invoer en bevoorrading. Omwille van zijn belangrijke bijdragen tijdens de oorlog werd hij op 9 november 1949 door prins Karel in de adelstand verheven en verkreeg hij de titel van baron. Het hotel met restaurant dat nu in het stadspark ligt heet dan ook Hotel Kronacker.
In 1946 werd een vleugel van het vroegere huis van de familie Vanden Bossche toegewezen aan het pas gestichte ‘Nationaal Werk voor Kinderwelzijn’, vanaf 1984 ‘Kind en Gezin’, dat er tot 1 oktober 2000 de naoorlogse zuigelingenraadpleging organiseerde.
In 1950 ruilde de Tiense Depositokas het ‘goed Vanden Bossche’ voor het perceel aan het begijnhof waarop het gebombardeerde Gasthuis had gestaan. Zo kwam een groot deel van het vroegere familiedomein in handen van de Tiense Commissie voor Openbare Onderstand, die het aan de stad in erfpacht gaf. De botanische tuin werd in gebruik genomen als stadspark en een deel van het vroegere woonhuis werd als stadsbibliotheek ingericht.
Een strook van het domein bleef eigendom van de Depositokas. In 1952 werd daar, naar een ontwerp van de Tiense architect Paul Nickmans, een gespecialiseerde zuigelingenkliniek gebouwd: de ‘stichting Marguerite-Marie Delacroix’, in de volksmond ‘Bon Lait’ genoemd.
De Stichting Marguerite-Marie Delacroix is vandaag een warme thuis voor kinderen en volwassenen met matig tot diep verstandelijke beperking en voor personen met niet-aangeboren hersenletsel. Een plek om te ontwikkelen maar ook om te genieten.
Toen de bibliotheek in 1993 naar de huidige locatie aan de Grote Markt verhuisde, kwam het huis leeg te staan. De huidige eigenaar, Tom Decuypere, restaureerde vanaf 2013 het huis om er een hotel en brasserie in onder te brengen. In 2018 opende Hotel Kronacker en Brasserie Stadspark de deuren.
