De Binnenpolder is nu ingepolderd en een leuk wandel- en fietsgebied van ongeveer 150 hectare.
Oorspronkelijk vanuit de middeleeuwen was het een vrijwel onbegaanbaar moerasgebied onder invloed van de rivier de Mark bij Terheijden, dat voor het overgrote deel alleen per roeibootje was te bereiken. Als je nu de grote vaarten en waterplanten bekijkt rondom de eendenkooi, die precies in het midden van het natuurgebied ligt, dan is het niet moeilijk om voor te stellen hoe het gebied er een paar honderd jaar geleden moet hebben uitgezien.
Het oorspronkelijke natuurgebied van de Binnenpolder is gelegen tussen Terheijden en Wagenberg aan de westkant, de hogere zandgronden van de Munnikenhof aan de zuidkant naar die van Den Hout aan de oostkant met aan de noordkant als grens de stuifzanden van Den Duin (de Hoogerheide) en Stuivezand ten zuid-westen van Made en de Helkantse Dijk naar Wagenberg en Hooge Zwaluwe.
Nu is het natuurgebied aan de noordkant begrensd door de snelweg A59 en de Schimmelseweg aan de zuidkant. Aan de westkant is de N285 (de Wagenbergse Baan) de grens en aan de oostkant de lijn van de Scheerbiesstraat naar de Witteweg.
In de volksmond is die natte polder van het huidige natuurgebied beter bekend als ‘de Zegge’, want van oudsher heet dit centrale deel van de Binnenpolder al de Zegge polder.
Door afgraving van de bovenlaag, herstel van petgaten en aanpassing van het waterbeheer tegen verdroging in 2006 en 2007 is er door Staatsbosbeheer en het Waterschap Brabantse Delta een belangrijke stap gezet om de rijke en werkelijk unieke waternatuur van vroeger te herstellen. Zwanebloem en grote egelskop zijn bijvoorbeeld bijzondere planten die zich in de slootskanten thuisvoelen in deze natte parel van Brabant.