U bent nu aangekomen bij de Vuurtoren van Texel. U kunt een bezoekje brengen aan de Vuurtoren om nog meer feitjes te weten te komen of even kijken op het strand en de Noordzee en wellicht zie je ook Vlieland nog in de verte!
De historie van de Texelse vuurtoren gaat terug tot halverwege de 19e eeuw. Onder aanvoering van notaris Johannes Ludovicus Kikkert wilde het eilandbestuur een einde maken aan het grote aantal scheepsstrandringen.
Kikkert (1810-1878), die ook wethouder was, maakte een kaart waarop alle stromingen, zandbanken en strandingen te zien waren. Hieruit bleek dat in twintig jaar 72 schepen waren vergaan voor de Texelse kust. Architect Quirinus Harder kreeg opdracht om een 35 meter hoge vuurtoren te ontwerpen. Die verrees op een 20 meter hoog duin op de Texelse noordpunt. Op 1 november 1864 werd het licht van Vuurtoren Eierland (vernoemd naar de toen nog jonge polder) ontstoken.
Eerst brandde de lamp op petroleum, later op pharoline (een brandstof voor gloeilampen) en daarna op elektriciteit. Pas in 1883 kwam er een uitkijkpost naast, waar kustwachters de scheepvaart in de gaten konden houden. In 1908 kreeg de vuurtoren voor het eerst een optiek. Hierdoor ontstond als het ‘knipperlicht’, waaraan de Texelse vuurtoren te herkennen is: De stralenbundel is vier seconden helder en één seconde duister.
Sinds 2003 is de vuurtoren onbemand en wordt het zeegebied bewaakt vanaf de Brandaris op Terschelling. De kustwachtfunctie van de Texelse toren bleef wel in tact.
Cijfers en maten
Lengte toren 34,7 meter (exclusief radar)
Hoogte lichtbron 53,2 meter boven zeeniveau (hoogte inclusief duin)
Positie 53.11 NB 04.51 OL
Materiaal baksteen
Lichtsein (karakter) 2 schitteringen per 10 seconden
Lichtsterkte 2.850.000 candela
Lichtbron hogedruk-gasontladingslamp 2.000 Watt; brandpuntafstand 50 cm
Zichtbaarheid 29 zeemijl, ofwel 54 km (afhankelijk van het weer)
Diameter 8.54 meter (beneden); 7.54 meter (boven)
Verdiepingen 8