Voor 1290 bestond het grootste deel van het bos uit hetzelfde soort landschap als hier, wastine. Het zag eruit als de zogenaamde dehesa-landschappen die je nu nog vindt in Spanje en Portugal: gedegradeerd eikenbos ten gevolge van varkensbegrazing (cf.pata negra). Er stonden veel fruitboomvormende eiken die veel eikels produceerden met weinig ondergroei. In 1290 besloot de abdij dat ze zelf ook voordeel wouden halen uit de grond: aangezien de turf toen uitgeput was, was het interessant om hout te produceren en besloten ze dit stuk te herbebossen. Dit is de eerste gedocumenteerde herbebossing in Europa, in de 3 decennia erna werd er ook grond bebost door twee Engelse Benedictijnenabdijen. Aangezien de abdijen tot dezelfde kloostergemeenschap behoren en gemeenschappelijk aangestuurd worden, diende Ename waarschijnlijk als voorbeeld.
De straat Zwijndries verwijst naar het gebruik van deze weg om de varkens naar de gemeenschappelijke grond te brengen. De naam Natendries verwijst naar het drijven van varkens op eikels ('aten').
Deze zone is het resultaat van spontane verbossing en begrazing. Er ontstaat een mozaïek van ruigte, struweel en grasland. Dit is ecologisch heel interessant en divers (vooral in het Volkegembos)
Loodrecht op de Braambrugstraat is er al een dichter bebost deel waar ruwe berken uit opschieten. Het is hier zandleem, dus behalve boswilg bestaat zo'n 20-30% van de pioniersbomen uit ruwe berk. De boswilg wordt begraasd, maar de ruwe berk niet, zodat deze kan doorschieten.
In het dichter bebost stuk achter ons domineert zwarte els. Ook deze boom is niet gegeerd door het vee. Op sommige plaatsen konden andere bomen zich vestigen dankzij het kooieffect van meidoorn, sleedoorn of braam.
Deze wastine is het resultaat van procesbeheer, waarbij de natuurlijke processen hun gang mogen gaan. Hier kregen we het gewenste effect: een geleidelijke overgang van een dicht naar een meer open landschap. In patroonbeheer is het de bedoeling dat je het landschap houdt zoals het is. Bijvoorbeeld een grasland zodanig beheren dat het grasland blijft.
Grasmus en landkaartje zijn hier typische soorten.