(waarschijnlijk) De Rijt, Nuenen
Afbeelding [JH 503; F 27] doek op paneel, 48 x 61 cm
Hier woonde en werkte de wever Pieter Dekkers. Zijn zoon haalde voor Vincent de vogelnestjes uit. De molen die door het venster is te zien is waarschijnlijk Molen De Roosdonck.
Aan Anthon van Rappard, Nuenen, donderdag 13 maart 1884
Wat de weefstoel betreft, werkelijk is dat een studie van ’t werktuig van ’t begin tot ’t eind op de plaats zelf gemaakt en was moeielijk – wegens men er zóó digt op moest zitten dat het nemen van opmetingen zeer lastig was.
’t Figuur teekende ik er toch in – maar ik wil er niets anders mee zeggen als: “wanneer dat zwarte gevaarte van goor geworden eikenhout met al zijn latten zoowat zóó afsteekt tegen den grijzigheid waar het in staat, dan zit dáár, in dat midden, een zwarten aap of kabouterman of spook en kleppert van vroeg tot laat met die latten”
Toen mijn machine-teekening klaar was gemaakt tamelijk zorgvuldig, vond ik het zoo onuitstaanbaar dat ik hem niet hoorde klepperen, dat ik het spook er nog in liet verrijzen.
– Goed – en – laat het nu een machineteekening zijn – houd hem eens naast een model van een weeftouw en – – – – – de mijne zal toch meer SPOKEN hoor.
Aan Theo van Gogh, Nuenen, dinsdag 9 juni 1885
Morgen ga ik schilderen een geval op een ander dorp – ook een hut – in kleiner formaat.
Ik heb het ll. Zondag gevonden op een grooten togt die ik in gezelschap van een boerenjongen (Driek Dekkers.) deed – om een nest van een winterkoninkje magtig te worden.
-Wij vonden er 6, het was een plek waar Bodmer mede zou hebben gedweept zonder twijfel.
En het waren allen nesten waar de jongen reeds uitgevlogen waren zoodat men zonder al te veel gewetensknaging ze mee kon nemen.
Het was zoo echt, ik heb ook nog andere prachtige nesten.
Gegroet, schrijf eens spoedig. met een handdruk.
b. à. t.
Vincent
