In 1815 werd Clara Fey geboren in Aken en vormde al jong met vier anderen de congregatie van het Arme Kind Jezus. In 1869 was hun aantal al opgelopen tot zeshonderd zusters en werden maar liefst 26 filiaalkloosters gesticht. De tegenwerking van de Pruisische overheid dwong de zusters Pruisen te verlaten. Zij kochten van Petrus Regout de voormalige refugie van Hocht aan de Boschstraat en brachten er meteen vijftig Duitse pensionaatsmeisjes onder.
In de volgende jaren werd het gebouw aan de Boschstraat voortdurend verbouwd en uitgebreid. In 1883 waren er 107 pensionaires en volgden dertig Maastrichtse meisjes hier dagonderwijs. De armenschool in de Mariastraat had al snel 630 leerlingen. Een tweede armenschool werd in 1904 de St. Jozefschool bij de Andrieskapel. Tegelijk werden honderden leerlingen onderwezen in de lagere burgerschool voor meisjes Sint Marie aan de Boschstraat.
Er kwam nog een kweekschool bij, een kapel en de Sint-Anthoniusschool aan de Zwanenstraat. Het ruimtegebrek bleef - in 1922 hadden de zusters ruim 2000 leerlingen en patronaatskinderen onder hun hoede. In hetzelfde jaar kwam het nieuwe noviciaat aan de Brusselseweg ter beschikking en in de jaren dertig het monumentale complex dat zowel het klooster met de kapel als de kweekschool met een internaat omvatte. In de stad hadden de zusters nog enige jaren een BLO-school en middelbaar onderwijs voor meisjes geboden.
Door de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog begon het Huis Boschstraat aan een tweede leven - er kwam een kleuterschool en een opleiding tot kleuterleidster. De Claraschool voor zwakbegaafde kinderen had al snel 250 leerlingen en de zusters zetten een Huishoudschool op. Door de leegloop van het Boschstraatkwartier en de bouw van nieuwe buurten vanaf de jaren zestig werden veel scholen verplaatst naar nieuwe gebouwen. Vanaf 1974 verhuurden de zusters een groot deel van hun complex aan het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg en in 1981 vertrokken de laatste zusters naar kloosterhuizen elders.
Afbeelding: het pensionaat rond 1900